De Bruine Rat

De Bruine Rat

De bruine rat (Rattus norvegicus) is een zoogdier, behorende tot de orde van de knaagdieren. De soort is ook wel bekend onder de namen Noorse rat, rioolrat, waterrat, stadsrat, of kortweg rat met variëteitenlaboratoriumrat en tamme rat. Met de naam “waterrat” wordt vaker de woelrat bedoeld. De bruine rat is een van de succesvolste zoogdieren ter wereld en komt tegenwoordig over bijna de gehele wereld voor tot in de binnenlanden van Afrika. Zijn oorspronkelijke verspreidingsgebied was waarschijnlijk een deel van Noord-China. Zijn nauwste verwanten zijn de Aziatische soorten Rattus pyctoris en Rattus nitidus.

De wetenschappelijke naam norvegicus, die in het Nederlands Noors betekent, heeft niets te maken met de oorsprong van de bruine rat. Sommige wetenschappers zeggen dat de naamgeving te maken heeft met de bewering dat in Noorwegen voor het eerst begonnen was met wetenschappelijk onderzoek naar dit knaagdier. Die Noorse onderzoekers moeten hun onderzoek dus op ratten buiten Noorwegen verricht hebben, want de soort werd pas in 1790 voor het eerst in Noorwegen waargenomen terwijl de toevoeging norvegicus al in 1769 werd gegeven.

Uiterlijk

De kop-romplengte bedraagt 21 tot 29 cm, de staartlengte is 150 tot 230 mm en het lichaamsgewicht 150 tot 520 gram. De zwaarst bekende bruine rat woog 794 gram. Mannetjes worden groter dan wijfjes. De bijna kale staart is altijd korter dan het lichaam. De staart heeft 160 tot 190 ringen. Het dier heeft kleine licht behaarde oren en, in het wild, over het algemeen een ruige grijsbruine vacht. De vacht is aan de buikzijde lichtgrijs van kleur. In het wild komen verscheidene variaties voor, van zwart tot bruin. Soms zijn de voorpoten zeer licht van kleur, en heeft de borst een witte vlek. De rat heeft een vrij korte snuit en is, vooral voor een knaagdier, stevig gebouwd. Het is één van de grotere soorten van het geslacht Rattus.

Bruine ratten tegen zwarte ratten

De bruine rat verschilt van de eveneens in Europa voorkomende zwarte rat (Rattus rattus) door de kortere, behaarde oren, de kleinere ogen en de kortere, dikkere staart. Ook is de staart bij de bruine rat aan de onderzijde lichter gekleurd dan aan de bovenzijde, terwijl de staart van de zwarte rat uniform gekleurd is. De zwarte rat heeft over het algemeen een zwarte vacht en de bruine rat een grijsbruine, maar er bestaan ook bruine ratten met een zwarte vacht en zwarte ratten met een bruine vacht. In sommige populaties is 1 of 2% van alle bruine ratten melanistisch.

Inmiddels komt de zwarte rat in Nederland in het wild bijna niet meer voor. Sporadisch wordt hij nog aangetroffen in een pakhuis in havens, als hij meekomt met bijvoorbeeld een vracht graan. Als in de Nederlandse natuur een rat wordt waargenomen, zal het dus bijna altijd om een bruine rat gaan.

Toen de bruine rat zich in Europa had gevestigd werd het een hevige concurrent van de zwarte rat, door zijn betere aanpassingsvermogen aan het koude klimaat. Als een bruine en een zwarte rat samen in een kooi worden gestopt, doodt de bruine rat de zwarte en eet hem vaak op. Omdat de vlooien van de zwarte rat de belangrijkste overbrengers waren van de pest, werd met de aankomst van de bruine rat tevens de pest grotendeels een halt toegeroepen. De bewering dat de bruine rat de pestrat was, is dus onjuist. Daarentegen heeft het dier er juist voor gezorgd dat de zwarte rat, als cultuurvolger, uit Europa werd verdrongen en daarmee ook de pest.

Verspreiding

De bruine rat is een cultuurvolger, wat kortweg inhoudt dat het dier de menselijke beschaving volgt en, voor een deel, ook afhankelijk is van de mens. Van oorsprong komt de bruine rat voor in steppegebieden van Oost-Azië. Aan het eind van de Middeleeuwen heeft de bruine rat zich in kleine aantallen verspreid richting Europa. In de 18e eeuw werd de bruine rat voor het eerst gesignaleerd in West-Europa. Via handelsroutes en door middel van de scheepvaart heeft het dier zich daarna over alle continenten verspreid, behalve naar Antarctica. Noord-Amerika werd rond 1775 bereikt.

De bruine rat komt over bijna de gehele wereld voor, maar ontbreekt in enkele onbewoonde tropische en subtropische gebieden, voornamelijk omdat de concurrentie met andere knaagdieren te groot is, en in al te koude streken (Antarctica, ver boven de noordpoolcirkel, hoog in de bergen) en op enkele kleine eilandjes, ver van de kust. Sinds de jaren vijftig heeft de provincie Alberta in Canada een ratvrije status door volhardend optreden van rattenvangers en alertheid bij de bevolking (veel graanboeren met eigenbelang in bestrijding). Ook is het houden van een rat als huisdier verboden. De ernaast gelegen provincie Saskatchewan heeft de laatste jaren aangekondigd vergelijkbare acties te willen ondernemen.

Habitat en gedrag

De bruine rat vestigt zich het liefst in een vochtige en een niet te warme omgeving. De bruine rat voelt zich dus al snel ergens thuis, vooral in de buurt van de mens. Zijn favoriete habitats zijn kelders,kruipruimten, schuren, stallen, vuilnisbelten, graan- en houtopslagplaatsen, aan de rand van sloten en dijken, onder de grond in uitgebreide holen en op sommige plekken in de buurt van riolen en ander vervuild water. Bruine ratten leven echter ook in gebieden waar geen mensen voorkomen, zoals op onbewoonde eilanden. In sommige delen van Rusland zijn bruine ratten zo’n zeventig kilometer van menselijke nederzettingen aangetroffen. In tropische gebieden houden ze zich echter meestal in de buurt van nederzettingen op, tenzij er weinig concurrentie met andere knaagdieren is. Een bruine rat die ’s zomers in de natuur bij slootkanten leeft, trekt ’s winters vaak naar de warmte van huizen.

Het territorium wordt meestal niet ver van de voedselbronnen gevestigd. Hij graaft een hol met een diameter van 65 tot 90 millimeter, vaak in een oever of onder een boomwortel, maar ook in de vlakke grond. Ook maakt hij nesten onder vloeren, in hooimijten, tussen muren en in andere holle ruimtes rond menselijke nederzettingen. Bij de ingang van het hol laat de rat meestal hopen aarde achter, die in de loop van de tijd vanzelf wordt platgestampt. In open gebieden graven de dieren ondergrondse gangenstelsels, die zelden dieper gaan dan vijftig centimeter. Holen zijn bovengronds aan elkaar verbonden met paadjes.

Zijn actieradius is veel groter en kan soms enkele vierkante kilometers bedragen. Op een nacht kunnen ze tot vier kilometer afleggen, waarbij ze zich meestal langs heggen en struiken bewegen. De grootte van dit gebied is omgekeerd evenredig aan het voedselaanbod en zal daarom in een stad veel kleiner zijn dan op het platteland.

De bruine rat is voornamelijk ’s nachts actief, in twee piekuren, het eerste enkele uren na zonsondergang en de ander enkele uren voor zonsopgang. Ze kunnen echter ook overdag waargenomen worden, bijvoorbeeld als er ’s nachts veel predators actief zijn. Ook zullen ondergeschikte ratten, die door dominante ratten worden belemmerd ’s nachts voedsel te zoeken, overdag vaker actief zijn, voornamelijk als er een hoge populatiedichtheid is.

De bruine rat is een behendig zwemmer (hij kan tot wel 72 uur in het water blijven) en is in staat om 77 centimeter hoog en 120 centimeter ver te springen.

Voedsel

Het is een alleseter, die voornamelijk leeft van eiwit- en zetmeelrijk voedsel. Hij leeft onder andere van graan, zaden, slakken, larven, kikkers, jonge zoogdieren, vogeleieren en aas, maar zal ook aan botten knagen en aan andere ongewone producten zoals zeep en kaarsen. Kannibalisme komt ook voor, voornamelijk ten gevolge van een eiwittekort. De bruine rat legt soms voedselvoorraden aan. Dit gebeurt voornamelijk door ondergeschikte ratten en zogende vrouwtjes.

Sociaal gedrag

De bruine rat is een intelligent en sociaal dier dat een groot aanpassingsvermogen heeft. Een voorbeeld hiervan is dat het dier zogenaamde tradities kent. Dit houdt in dat bepaalde populaties sterk afwijkend gedrag en afwijkende eetgewoontes en zelfs jachttechnieken kunnen vertonen in vergelijking met andere populaties, die van generatie naar generatie overbrengen. Dit schijnt opmerkelijk te zijn voor kleine zoogdieren en is meestal geografisch bepaald.

Ratten leven in kleine sociale groepen, bestaande uit een dominant mannetje, een harem vrouwtjes en enkele ondergeschikte mannetjes. Deze groepen kunnen zich vaak samenvoegen tot grotere kolonies. Dieren uit dezelfde groep leven vreedzaam naast elkaar, vreemdelingen worden door mannetjes verjaagd, soms zelfs gedood. Grote kolonies zijn toleranter tegenover vreemdelingen dan kleine. De hiërarchie binnen een groep bepaalt wie mag paren en eten. De dieren communiceren met elkaar via piepende, fluitende en gillende geluiden, maar ook met ultrageluid. Vrouwtjes met jongen laten zelden andere ratten in hun nest, alhoewel sommige kolonieleden worden getolereerd.

Voortplanting en levensverwachting

Bruine ratten planten zich het gehele jaar door voort, mits er voldoende voedsel is en er geen extreme temperaturen zijn. De voortplanting zal toenemen en er zullen meer jongen geboren worden wanneer de populatiedichtheid daalt (bijvoorbeeld door menselijk ingrijpen). De draagtijd is 20 tot 23 dagen. Een vrouwtje kan één tot vijftien jongen per worp krijgen, maar meestal krijgt het vrouwtje zeven tot negen jongen. Grotere vrouwtjes krijgen grotere worpen. Een vrouwtje krijgt tot vijf worpen per jaar. Per jaar krijgen vrouwtjes op deze manier gemiddeld 24 jongen. In Duitsland is een geval bekend van een vrouwtje dat in een jaar 56 jongen kreeg en in Zweden een met 70 jongen.

De jongen worden blind en naakt geboren. Na zeven tot tien dagen hebben de dieren de ogen geopend en zijn ze volledig behaard. De groei wordt beïnvloed door de worpgrootte: dieren in kleinere worpen groeien sneller. Alleen het vrouwtje zorgt voor de jongen. Jongen die zich te ver van het nest wagen, worden teruggebracht, indringers worden weggejaagd en bij verstoring zal ze de jongen verplaatsen naar een ander nest. Na ca. 21 dagen, als de dieren ongeveer 40 gram zwaar en 110 millimeter lang zijn, worden de dieren gespeend. Vrouwtjes zijn geslachtsrijp na vier tot vijf weken, als ze ongeveer 136,5 tot 152 gram wegen.

De bruine rat kan in het wild wel drie jaar of ouder worden. De levensverwachting wordt beïnvloed door de genen (ouderdom is mogelijk overerfelijk), voedselkwaliteit en geslacht: vrouwtjes leven gemiddeld langer dan mannetjes. De belangrijkste natuurlijke vijanden zijn marterachtigen en uilen, en in stedelijk gebied de huiskat. Een agressieve rat is in staat wezels en andere kleine roofdieren weg te jagen.

Schade voor de mens

De bruine rat was en is de oorzaak van veel overlast voor de mens. Dit heeft de mens echter ook voor een groot deel aan zichzelf te wijten. De bruine rat kan zich namelijk zo goed in de buurt van de mens handhaven, omdat die zijn afvalprobleem vaak niet netjes oplost(e). In een stad waar het riool was gemoderniseerd verdween het rattenprobleem grotendeels. Het is echter nog steeds zo dat de rat, vooral in ontwikkelingslanden, een groot probleem is voor de landbouw.

De bruine rat staat bekend als een ziekteoverbrenger. In ontwikkelde landen heeft de mens er niet veel last (meer) van, maar in ontwikkelingslanden is hij nog steeds één van de belangrijkste overbrengers van ziekten. Ziekten die de bruine rat kan overbrengen zijn onder andere de ziekte van Weil, hantavirus, tularemie, pest, en rattenbeetkoorts. De pest komt gelukkig amper meer voor en ook al was de zwarte rat de grootste pestverspreider, de bruine rat is net zo goed in staat om deze ziekte over te brengen. Hier geldt ook dat toen de mens er een betere hygiëne op na ging houden, de ratten vanzelf ook minder van belang werden als ziekteverspreiders. Er worden ieder jaar nog enige gevallen van de ziekte van Weil geconstateerd in Nederland, (10-30) ca. 75% als import. Het hantavirus is al jaren niet meer gezien en dan uitsluitend als import.

Om de rattenplagen in te dammen, is rattengif ingezet. In eerste instantie werden antistollingsmiddelen gebruikt. Dit had in het begin succes, totdat de dieren resistent werden tegen deze middelen. Daarna werd een tweede generatie antistollingsmiddelen ingezet.

Copyright vermelding: Creative Commons bron Wikipedia®